Horeca-ondernemers in Rotterdam moeten in ieder geval tot eind 2022 kunnen profiteren van ruimere terrassen. Dat en meer is te lezen in een herstelplan voor de horeca, geschreven door de Rotterdamse VVD, Leefbaar Rotterdam en D66. 

De drie Rotterdamse gemeenteraadfracties hebben de handen ineen geslagen om horecapartijen perspectief te bieden. “We moeten ervoor zorgen dat alle protocollen klaarliggen op het moment dat er weer meer mogelijk is!” aldus de drie partijen. De partijen zetten in op experimenten, een coronacoach, sneltesten, verruimde terrassen voor een langere tijd en op een betere relatie tussen boa’s en horecaondernemers. 

Na een lange sluiting van de horeca is het vet op de botten bij veel horecaondernemers verdwenen. “De schade kan je niet in één jaar inlopen, daarom willen wij dat de verruimde terrassen nog langer behouden blijven, in ieder geval in tot eind 2022”, aldus VVD-raadslid Dieke van Groningen. “Het zou een uitkomst kunnen zijn voor ook de kleinere horecazaken die extra ruimte krijgen om te ondernemen!” 

Pas wanneer het grootste deel van Nederland is gevaccineerd zullen we weer terug kunnen naar oude horecaleven met volle kroegen en een leuk uitgaansleven. Maar ook voor die tijd wil men al aan de slag. “Zodra de maatregelen het toestaan, willen wij dat de gemeente samen met professionals aan de slag gaat om fieldlabs in Rotterdam te ontwikkelen” aldus D66-raadslid Elene Walgenbach. Daarnaast willen de partijen ook dat er meer ruimte komt voor de nachthoreca, welke al bijna een jaar gesloten zijn.  “We moeten er nu voor zorgen dat ook na corona nog een aantrekkelijk uitgaansleven hebben in Rotterdam.” 

Het horecaherstelplan vloeit voort uit een door Leefbaar geïnitieerd stadsgesprek van begin december in Rotterdam Ahoy. Hier waren twintig horeca-ondernemers, de KHN en vijf raadsleden aanwezig. Veruit de meeste horeca-ondernemers vertelden daar dat zij vaak onterecht gehinderd werden door boa’s.

''Dit was echt een heet hangijzer tijdens het gesprek'', zegt Leefbaar Rotterdam-raadslid Robert Simons. ''Handhaving en ondernemers zitten vaak niet op één lijn, wat leidt tot grote irritaties en soms ook onnodige boetes. We moeten zorgen dat boa’s en ondernemers elkaar beter gaan begrijpen. Daarbij moet de gemeente gaan onderzoeken hoe ze de onderlinge communicatie tussen boa’s kan verbeteren en moeten ondernemers afspraken op schrift krijgen waar ze op terug kunnen vallen.